Schoolloopbaan

Onderwijsdeelname

Vanaf 1982 heeft KPC Groep scholen en beleidsmedewerkers die werken met Woonwagen-, Roma- en Sintikinderen ondersteund. Bij de start vond onderzoek plaats naar onderwijsdeelname van woonwagen-, en zigeunerkinderen. Deze bleek dramatisch voor het primair onderwijs en de deelname aan het voortgezet onderwijs was nihil. Sindsdien zijn de schoolloopbanen van Woonwagen, Sinti- en Romakinderen een aantal keer in kaart gebracht.

Studie

In 2001 zijn de trends in de onderwijsdeelname van Woonwagen-, Sinti- en Romakinderen in de 20e eeuw beschreven in de publicatie ‘Onderwijsdeelname van woonwagen- en zigeunerkinderen in de twintigste eeuw. Een trendstudie’. In deze studie zijn alle uitgebrachte evaluatierapporten in de tachtiger en negentiger jaren nader geanalyseerd. Trends zijn beschreven die zich hebben voorgedaan in de ontwikkeling van de onderwijsdeelname van woonwagen-, Sinti- en Romakinderen. Uit deze studie kwam sterk naar voren dat de inspanningen die zijn verricht om deze kinderen deel te laten nemen aan primair en voortgezet onderwijs hun vruchten hebben afgeworpen

Schoolloopbanen in kaart

Ook in de 21e eeuw zijn de schoolloopbanen van WRS-leerlingen in kaart gebracht. Dat gebeurde tot en met het schooljaar 2005 / 2006 met behulp het schoolloopbaansysteem (SLS). Zie onder meer de SLS-rapporten over de schooljaren 2000 / 2001; 2001 / 2002 en 2005 / 2006. In 2006 stopte SLS. Daarna zijn de schoolloopbanen – om uiteenlopende redenen zoals onder andere wet op de privacy en verandering in doelgroepen beleid – vier jaar lang niet gemonitord. Ook het landelijk PRIMA-cohortonderzoek is niet langer mogelijk. De reden hiervan is dat woonwagenkinderen niet langer een uniek leerlinggewicht (0,7) hebben.  In 2008 veranderde OWWZ (onderwijs aan woonwagen en zigeunerkinderen) in OWRS omdat de Woonwagen-, Roma- en Sinti de term zigeuner niet accepteren. In de wetgeving wordt de term nog wel gebruikt. OWRS vertegenwoordigt de gehele groep en culturen beter.

Onderwijsprestaties

Uit het laatste COOL+ onderzoek door ITS (2009) blijkt dat wrs-leerlingen bij het doorlopen van het basisonderwijs op het gebied van taal als rekenen significant zwakker presteren dan landelijk het geval is.

Vanaf het schooljaar 2010 / 2011 is de monitor-nieuwe-stijl gestart. Deze vond in twee achtereenvolgende schooljaren (2010 / 2011 en 2012 / 2013 en 2014 / 2015) plaats voor het primair onderwijs. In deze monitor is zowel aandacht besteed aan schoolbeleid en -visie, als aan factoren die cruciaal zijn voor de onderwijsdeelname van deze leerlingen. Nieuw in deze monitor is de inventarisaties van prestaties (cito scores op het terrein van taal en rekenen). De monitor bevat een kwantitatief deel (geïnventariseerde cijfers) en een kwalitatief deel (bespreking en interpretatie van de verkregen gegevens in een of meerdere overleggen met betrokkenen).

In 2015 en 2017 is de monitor voortgezet onderwijs uitgevoerd over het schooljaar 2013 / 2014 respectievelijk 2015 / 2016.

In de infographic primair onderwijs en infographic voortgezet onderwijs is een samenvatting te vinden van de belangrijkste recente resultaten.

Ondersteuningsbehoeften

Op opdracht van de Ministerie van OCW is er in 2023 een onderzoek uitgevoerd naar de situatie van leerlingen met een reizigers, Roma- of Sinti-achtergrond in het basisonderwijs, en indicatief in de voorschoolse educatie en het voortgezet onderwijs. Er is een vragenlijst uitgezet onder het OWRS-netwerk en aanvullend bij overige GOA/VVE-ambtenaren en overige scholen met Roma- of Sinti-leerlingen. De vragenlijst is ingevuld door 93 betrokkenen, voor het overgrote deel uit het OWRS-netwerk. Dit is een netwerk van zo’n 150 deelnemers die in hun professie te maken hebben met het onderwijs aan deze kinderen: GOA-beleidsmedewerkers, leerplicht/RMC-medewerkers, netwerkconsulenten, schooldirecteuren, bestuurs- en samenwerkingsverbandvertegenwoordigers en overige betrokkenen. Aanvullend zijn verdiepende interviews afgenomen, bij twaalf directeuren, IB-ers en netwerkconsulenten en bij zes betrokkenen met Sinti-achtergrond. 

Publicatie

In mei 2025 is dit rapport gepubliceerd. Bij de jaarlijkse bijeenkomst van OWRS, ook in mei 2025, is dit onderzoek gepresenteerd aan een gemengd publiek bestaande uit het OWRS-netwerk en medewerkers van OCW. Projectcoördinatoren van OWRS, Nadine Rosenberg en Walter de Wit hebben het onderzoek gepresenteerd, waarvan ook een samenvatting beschikbaar is.

Dit onderzoek is vrij verkrijgbaar via de website van de Rijksoverheid of onderzoeksbureau Oberon.

Hoofdconclusies

Het grootste deel van de respondenten pleit gezien de relatief grotere onderwijsondersteuningsbehoefte, voor extra ondersteuning boven op de reguliere OAB-bekostiging aan scholen (de onderwijsachterstandsmiddelen). De aanbevolen oplossingen spitsen zich toe op twee terreinen:

  • Op het ‘verbinding maken’, het opbouwen van vertrouwen. Door het ondersteunen en instellen van specifieke netwerkconsulenten/brugfunctionarissen. Dergelijke ‘verbindingswerkers’, of ze nu uit de R/R/S-gemeenschap zelf afkomstig zijn of daarbuiten, lijken een heel belangrijke functie (te kunnen) vervullen.
  • Het ‘zich niet thuis voelen op school’, o.a. door wijdverbreide (ervaren) discriminatie (zie ook de verhalen van de zes casusbeschrijvingen in H2). Van belang is versterking van ‘cultureel sensitief onderwijs’. Benodigd daarvoor zijn geschikt onderwijsmateriaal, voorlichting aan de onderwijsbetrokkenen en training van leerkrachten.

Meer inzichten een aanbevelingen zijn te vinden in het onderzoeksrapport of via de site van Oberon.

Vervolg

Naar aanleiding van het onderzoek wordt in 2025 een pilot opgestart naar het inzetten van rolmodellen in de Sinti-gemeenschappen, onder leiding van Nadine Rosenberg. Doel van de pilot is om het vertrouwen in en verbinding met het onderwijs te herstellen. Tijdens de pilot zal er ook worden gekeken naar een eventuele uitbreiding voor Roma- en reizigersgemeenschappen.