Achtergrond Woonwagenbewoners

Image

Afkomst

Woonwagenbewoners zijn van oorsprong afkomstig uit Nederland en de ons omringende landen. Hun geschiedenis gaat terug naar de Gouden Eeuw (periode die grotendeels samenvalt met de 17e eeuw). Woonwagenbewoners reisden om te voorzien in hun bestaan. Zij werkten als seizoenarbeiders, handwerkslieden en kooplui en fungeerden tevens als ‘nieuwsoverbrengers’. In de loop van der eeuwen verminderde de behoefte aan hun diensten en raakten de woonwagenbewoners steeds meer in een maatschappelijk, sociaal en geografisch isolement. Ze werden letterlijk en figuurlijk verdrongen naar de rand van de samenleving.

Vaste standplaats

In de twintigste eeuw werd het trekkend bestaan van woonwagenbewoners steeds meer ingeruild voor een vaste standplaats. Wetgeving speelde hierin een belangrijke rol. in 1918 werd de Woonwagenwet van kracht. Hiermee kwam onder andere een eind aan de vrijheid om de woonwagen overal neer te zetten. In de Tweede Wereldoorlog was een algeheel verbod van kracht op reizen.

Oog voor maatschappelijke positie

Na de bevrijding zette de overheid sterk in met haar beleid op concentratie van woonwagens. In 1957 werd de Woonwagenwet gewijzigd en ontstonden regionale woonwagencentra. De overheid kreeg steeds meer oog voor de maatschappelijke positie van de woonwagenbewoners. De Woonwagenwet in 1968 maakte het reizen vrijwel onmogelijk. Door de concentratie in grote kampen konden de reizigers steeds minder hun oorspronkelijke beroepen uitoefenen.

Afschaffing woonwagenwet

Van de opzet om de reizigers te integreren in de samenleving kwam niets terecht. Eind jaren 70 streefde de overheid naar kleine centra in gemeenten met tien tot vijftien standplaatsen. In 1998 is de Woonwagenwet afgeschaft. Dat betekent dat de cultuur van de ‘reizigers’  niet meer bij wet wordt beschermd.

Nederland telt ongeveer 8.300 woonwagenstandplaatsen, verdeeld over 1150 woonwagencentra in 370 gemeenten (BMC, 2012). Veel gemeenten hanteren een ‘uitsterfbeleid’. Dat betekent dat als bewoners overlijden de standplaats verdwijnt.  Jongeren worden zo gedwongen in stenen huizen te gaan wonen en voelen zich gediscrimineerd door gemeenten. De Nationale Ombudsman is in gesprek hierover met een aantal gemeenten. Op 17 mei 2017 is er een rapport verschenen met aanbevelingen aan de Nederlandse overheid.

Cultuur

Kenmerkend voor de woonwagengemeenschap is de sterke familieband. De cultuur van woonwagenbewoners wordt gestempeld door overlevering en levenslooprituelen. Binnen de familieband hebben vooral de grootouders  veel gezag. De woonwa­genvrouw stelt zich over het algemeen dienstbaar op.

Zij is verzorgend bezig en voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn van het hele gezin. De man is veel meer naar buiten gericht en onderhoudt de contacten met de burgersamen­leving. Getrouwde mannen en vrouwen trekken veel minder met elkaar op dan dat in de burgersamenleving het geval is. Jongens en meisjes groeien grotendeels gescheiden op.

Gezagsverhoudingen

Als de kinderen in de puberteit komen, veranderen de gezagsverhoudingen sterk. Ouders laten hun kinderen vrij in hun doen en laten en beschouwen de kinderen vaak als jonge volwas­senen. Meisjes worden al jong ingeschakeld in de huishouding en jongens gedra­gen zich als de vader. Beslissingen over de deelname aan het onderwijs laten ouders vaak over aan het kind zelf.

Het zogeheten ‘introuwen’ in de woonwagengemeenschap wordt sterk gestimuleerd om de woonwagenidentiteit en de traditie te handhaven. Ook bestaat de vrees voor de slechte invloed van de burgermaatschappij op de kinderen. Vóór het huwelijk is er de traditie van het samen weglopen van een jongen en een meisje. De laatste jaren groeien de contacten met de burgersamenleving. Huwelijken met een burgerpartner komen meer en meer voor.

Beroepen

Met betrekking tot het werk beoefenen woonwagenbewoners van oudsher ambachten en ambulante beroepen, die pasten bij het reizen. In hun werk opereren ze graag en vaak  onafhankelijk. Veel mensen zijn werkzaam als zzp’er, werken in de (auto)handel en inmiddels werken er ook steeds meer mensen in loondienst.

De woonwagencultuur staat sinds augustus 2014 op de Unesco-lijst voor immaterieel cultureel erfgoed Nederland. De lijst bevat een opsomming van erkende tradities in Nederland die als waardevol worden gezien en beschermd moeten worden.

Brochures over de woonwagencultuur

De Vereniging Behoud Woonwagencultuur in Nederland heeft, in samenwerking met het centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed, drie informatieve brochures uitgebracht over de woonwagencultuur.

  • Een algemene brochure
  • Een brochure over wat de plaatsing van de woonwagencultuur op de Nationale erfgoedlijst betekent voor gemeenten
  • Een lesbrief voor scholieren, die ook gebruikt kan worden als je een werkstuk wilt schrijven over woonwagenbewoners.

Klik op de foto’s hieronder om de brochures te openen.

Waarom zijn woonwagenbewoners zo’n aparte groep mensen? Waarom willen ze niet gewoon in een stenen huis wonen? Waarom wonen ze in wagens die al lang niet meer rijden kunnen? En waarom ziet u op het Journaal en leest u in de krant zo vaak over criminaliteit onder woonwagenbewoners? In deze brochure vertellen woonwagenbewoners zelf iets over hun cultuur.

Een gemeente met een woonwagenkamp binnen de gemeentegrenzen ziet daarin meestal een probleem. En woningbouwverenigingen die bij de afschaffing van de woonwagenwet in 1999 het verzoek kregen om het beheer over een woonwagenkamp op zich te nemen, waren daar over het algemeen helemaal niet blij mee. Is dat terecht? Wat betekent de woonwagencultuur voor gemeenten?

Hebt u leerlingen in de klas die een werkstuk willen schrijven over de woonwagencultuur? De lesbrief ‘Mensen van de reis’ over woonwagencultuur in Nederland biedt veel informatie die aan leerlingen is gericht.

Image

Leessuggestie voor het onderwijs

In Opgejaagd (Leopold, 2009) brengt Lydia Rood de geschiedenis van de razzia’s op Sinti en Roma tijdens de Tweede Wereldoorlog onder de aandacht. Het jeugdboek werd gepubliceerd binnen het project Vergeten Oorlog, dat aandacht vraagt voor onderwerpen die niet veel in jeugdboeken aan de orde komen. Het verhaal van Maira vertelt over het leven van rondtrekkende woonwagenbewoners aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Maira weet met hulp van haar moeder uit Westerbork te ontsnappen en moet op goed geluk de oorlogsjaren zien te overleven. In het spannende verhaal leert de lezer ongemerkt wat meer over de Sinti en heel veel over de Nederlanders die zich met uiteenlopende intenties ontfermden over een opgejaagd meisje.

Opgejaagd, door Lydia Rood, 2009
Uitgever Leopold, v
anaf ca. 10 jaar

Download opdrachtenboekje leerlingen Download docentenhandleiding

Interessante links Woonwagens

Het Wiel

Het Wiel – landelijk woonwagennieuws – is een landelijk magazine voor en over (voormalige) bewoners van woonwagens: woonwagenbewoners, Sinti en Roma. Doel van Het Wiel is landelijke en lokale ontwikkelingen rond woonwagenbeleid kritisch volgen; opkomen voor gelijke kansen en rechten; informatie geven over de cultuur en geschiedenis; een platform bieden voor het uitwisselen van onderlinge informatie en interesses. Het Wiel wordt uitgegeven door de stichting Woonwagennieuws Nederland en verschijnt 6 keer per jaar. Het vierde Wiel van 2019 zal i.v.m. de financiële situatie voorlopig niet verschijnen.

Inhoud recente digitale uitgaven

Meer informatie

Woonwagenbewoners in beeld