Levenswijze
Veel Sinti bevolken al eeuwenlang ons land; de meesten wonen in een wagen. De Roma zijn afkomstig uit Oost-Europa. Een tijdlang trokken ze door Europa en werden ze aan de landsgrenzen steeds terug gestuurd. Om een einde te maken aan deze onhoudbare situatie heeft Nederland in 1977 een groep Roma toegelaten en gelegaliseerd.
Tussen de Roma en Sinti is er weinig contact. Ze houden altijd een zekere afstand van de burgersamenleving, die in hun ogen sterk gericht is op het individu en vaste regels. Roma en Sinti daarentegen hebben een meer spontane en op de familie gerichte levenswijze. Ze onderscheiden zich van de burgersamenleving onder andere door een eigen taal, het Romanes en de toepassing van een eigen rechtspraak door de stamoudsten.
Afstand tot burgersamenleving
De afstand tot de burgersamenleving is in het verleden versterkt door de vaak repressieve maatregelen, door vervolging e door volkerenmoord. Zo werden vele Sinti en Roma in de vorige eeuw slachtoffer van de holocaust in de Tweede Wereldoorlog. In hun gemeenschap is vader de autoriteit: hij regelt alles naar buiten.
Moeder heeft de leiding binnen het gezin. Kinderen worden erg beschermd opgevoed. Zij worden bijna nooit alleen gelaten in de burgermaatschappij: vooral meisjes worden tot op 15, 16-jarige leeftijd gehaald en gebracht door vader of een oudere broer. Meisjes krijgen al jong, zo rond het tiende jaar, een aantal plichten in de huishouding opgelegd. Jongens zijn meer autonoom. De kinderen groeien op jonge leeftijd als vanzelfsprekend in de rol van volwassene.