Taalstimulering en cognitieve stimulering bij kinderen van 0 tot 2,5 jaar

Taalstimulering en cognitieve stimulering bij kinderen van 0 tot 2,5 jaar

In de publicatie “Taalstimulering en cognitieve stimulering bij kinderen van 0-2,5 jaar” (2021, Kees Broekhof, Walter de Wit en Arjen Scholten) wordt het belang van voorlezen bevestigd en het probleem dat ouders met een lage SES minder aandacht aan voorlezen en taalstimulering besteden dan ouders met een hoge SES. Er wordt echter ook dieper ingegaan op activiteiten van ouders die er echt toe doen. Het gaat dan om:

Oudervaardigheden die de ontwikkeling van jonge kinderen (0-2,5 jaar) bevorderen

  • veel taal aanbieden
  • de aandacht van het kind volgen
  • ingaan op datgene waar het kind aandacht voor heeft
  • beurtwisselingen teweeg brengen
  • ‘babytaal’ gebruiken (overdreven intonatie, eenvoudige zinnen, veel herhaling)
  • begripsontwikkeling stimuleren (door voorwerpen en handelingen in de nabijheid van het kind te benoemen)
  • taal ondersteunen met gebaren
  • (rond 2,5 jaar) niet-context gebonden taal (‘decontextualized talk’).

Voorlezen

Uit beschreven onderzoek kwam ook naar voren dat voorlezen een activiteit bij uitstek is om de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren. Daarbij zijn, in aanvulling op de bovenstaande vaardigheden, de volgende vaardigheden van belang:

  • aanwijzen
  • labelen (een woord koppelen aan datgene waar ouder of kind naar wijst)
  • commentaar geven
  • feedback geven
  • aandacht trekken
  • vragen stellen (over wat er te zien is).
Lees het onderzoek