De ministers Van Engelshoven en Slob presenteerden op 17 februari 2021 de hoofdlijnen van het Nationaal Programma Onderwijs om achterstanden in het onderwijs weg te werken. Het is een erkenning voor de grote opgaven waar het onderwijs zich voor gesteld ziet.
De hoofdlijnen van het Nationaal Programma Onderwijs:
Het is de bedoeling dat scholen voor de zomer van 2021 een analyse uitvoeren om de achterstanden in kaart te brengen. Hiervoor wordt een schoolscan ontwikkeld. OCW brengt in samenwerking met wetenschappers kansrijke interventies in kaart. Dit gebeurt in de vorm van een menukaart.
Genoemd worden nu al high dosage tutoring, coaching van leraren, ouderbetrokkenheid, maatregelen gericht op metacognitie, zelfregulering, en loopbaanoriëntatie. Scholen stellen op basis van hun analyse over de opgelopen vertragingen een meerjarenplan op (instemming medezeggenschapsraad), ontvangen geld voor de uitvoering en verantwoorden zich achteraf. Ze informeren gemeenten over hun analyse en hun plannen. Gemeenten analyseren dit en zorgen voor nodige aanvullingen. Dit wordt meegenomen in de Lokaal Educatieve Agenda.
Extra personele ruimte kan worden gevonden bij klassenassistenten, onderwijsassistenten en studenten en leraren met prepensioen. Er wordt voorzien in extra coaching en training voor leerkrachten en schoolleiders.
Besturen met scholen met achterstanden krijgen extra geld om leraren beter te belonen.
Er komen nog diverse ondersteunende maatregelen zoals een kenniscommunity voor kennisdeling ter ondersteuning van het onderwijsveld, expertondersteuning van scholen, een platform van bedrijven die een bijdrage willen leveren. Er wordt een programma ingericht voor monitoring en evaluatie en er komt ook een maatschappelijke begeleidingscommissie.
Op 24 maart 2021 heeft demissionair minister Slob een brief naar alle scholen en besturen gestuurd met meer informatie over het Nationaal Programma Onderwijs (NPO), het investeringsprogramma om de gevolgen van corona in het onderwijs op te vangen. In de brief schetst Slob wat er tot de zomervakantie wordt verwacht van besturen en scholen en wat zij van het ministerie mogen verwachten. De brief gaat ook in op de financiën, de verantwoording en de monitoring. Ook is een tijdlijn opgenomen.