De staat van het primair onderwijs 2021

De staat van het het primair onderwijs in 2021

In de afgelopen periode hebben we te maken gehad met afstandsonderwijs door corona. Voor een aantal woonwagen-, Roma en Sintikinderen is dit een lastige periode geweest. Het volgen van thuisonderwijs was niet altijd makkelijk, mede omdat ouders de kinderen niet altijd goed konden ondersteunen.

In de Staat van het Onderwijs 2021 wordt ook aangegeven dat fysiek onderwijs belangrijk is en dat kinderen in meer kwetsbare posities het meeste last hebben gehad van de scholensluiting.

Fysiek onderwijs belangrijk

De periode van afstandsonderwijs maakt duidelijk dat fysiek onderwijs waarbij leraren en leerlingen elkaar zien en ontmoeten belangrijk is voor de ontwikkeling van leerlingen. In de eerste helft van 2020 hebben leraren en ook ouders zich sterk ingezet om onderwijs te geven tijdens de hele en gedeeltelijke scholensluiting. Ondanks deze inzet hebben basisschoolleerlingen van de leerjaren 3 tot en met 7 tijdens de eerste scholensluiting minder leergroei (vooruitgang) geboekt dan in diezelfde periode in eerdere jaren (zie ook hoofdstuk 1). Dit geldt voor alle leerjaren en alle drie de onderzochte vakken: rekenen/wiskunde, spelling en begrijpend lezen. Wel zijn er tussen de vakken en tussen de leerjaren duidelijke verschillen zichtbaar, evenals tussen scholen (Engzell, Frey, & Verhagen, 2020; Inspectie van het Onderwijs, 2021g; Lek, Feskens, & Keuning, 2020; NCO, 2021).

Vertraging ongelijk verdeeld

Kinderen in meer kwetsbare posities hebben het meeste last gehad van de scholensluiting. Deze leerlingen lijken sterker afhankelijk van de leraar dan andere leerlingen. Kinderen van lageropgeleide ouders laten na de eerste scholensluiting op de toetsen minder vooruitgang zien dan kinderen van hogeropgeleide ouders (Inspectie van het Onderwijs, 2021g). Deze verschillen zijn het grootst in de lagere leerjaren (groep 3-4). Bovenop opleidingsniveau was ook het inkomen van de ouders van belang. Gecontroleerd voor het opleidingsniveau van de ouders, lieten kinderen van ouders met hoge inkomens meer leergroei zien dan kinderen van ouders met lage inkomens. Ten slotte speelde migratieachtergrond een rol, maar kleiner dan de opleiding of het inkomen van de ouders.

Bekijk het rapport